
Van nature trekt een paard samen met de rest van de kudde dagelijks rond in zijn gebied, op zoek naar eten. Ze nemen hier een hapje, zetten weer wat stapjes, daar een hapje, en weer een stapje. Ze blijven in beweging tijdens het grazen. De grassoorten die ze van nature tegen komen zijn lange grofstengelige, droge sprietjes van verschillende grassoorten die hier en daar groeien. Daarnaast knabbelen ze regelmatig aan struiken, boomschors, takken en blaadjes. Ze maken ook gebruik van kruiden, en zelfs van wilde groenten en peulvruchten. Ze likken de nodige mineralen en zout op uit steen of grond. Een schraal maar gevarieerd dieet.
Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij de voeding van onze paarden, hun spijsverteringsstelsel en behoeftes zijn nog steeds hetzelfde.
Hooi
Het belangrijkste onderdeel van de voeding van je paard is hooi. Hier bestaan veel verschillende soorten en kwaliteiten van. Grofstengelig, schraal, structuurrijk hooi van goede kwaliteit voldoet het beste aan de natuurlijke behoefte van het paard. Dit kan gewoon weidehooi zijn, maar ook graszaadhooi. Graszaadhooi bevat erg weinig suiker en voedingsstoffen en is daarom soms meer geschikt voor sobere rassen. Grofstengelig, structuurrijk en mooi droog weidehooi is geschikt voor de meeste paarden.
Let goed op de kwaliteit van het hooi, het moet droog zijn, lekker ruiken, en het mag niet stoffig zijn. De kleur hoort fris te zijn, en kan variëren van goudgeel tot groenig. Het is belangrijk dat het hooi niet verpakt is in plastic, als het in plastic zit ontstaat er een fermentatieproces dat ongunstig is voor de darmen van je paard.
Kuil en voordroog hooi zijn o.a. daarom niet geschikt voor een paard. Het heeft een negatieve invloed op de darmflora en spijsvertering, en bevat bovendien teveel suiker en eiwitten waardoor het te rijke voeding is voor een paard.
De grassoort(en) waarvan je hooi is gemaakt heeft ook veel invloed op de kwaliteit. De meest voorkomende grassoort in Nederland is Engels raaigras. Dit gras is oorspronkelijk gemaakt voor koeien, om te zorgen dat ze zo goed mogelijk melk geven. Je kunt je voorstellen dat dit gras dus te rijk is voor paarden, met allerlei problemen zoals hoefbevangenheid tot gevolg! Hooi van Engels raaigras is al minder rijk dan het gras zelf, maar toch is het de beste optie om hooi te voeren van verschillende grassoorten. Naast Engels raaigras kun je denken aan meer geschiktere grassoorten voor paarden zoals timothee, roodzwenk, kropaar, beemdlang, rietzwenk, etc. Er bestaat ook hooi dat verschillende soorten kruiden bevat, dit is een heel mooie verrijking voor je paard. Let wel altijd op dat het weiland waarvan het hooi komt gecontroleerd wordt op de aanwezigheid van giftige planten zoals Jacobs Kruiskruid.
Hooi van een onbespoten of zelfs biologisch weiland is vanzelfsprekend erg fijn, hoe minder gifstoffen je paard binnen krijgt hoe beter. Op die manier wordt zijn lichaam niet onnodig belast.
Grof, schraal, structuurrijk hooi van een goede kwaliteit is het belangrijkste onderdeel van de voeding van het paard, het past bij zijn natuurlijke behoeftes. Van nature eet een paard hier en daar een hapje, en neemt dan weer een stapje (hapje – stapje). Hier is het paard bijna de hele dag mee bezig, er is dus een constante aanvoer van kleine hapjes ruwvoer. Fysiek gezien mag een paard ook niet langer dan 4 tot 6 uur zonder eten, het paard heeft namelijk geen galblaas waardoor er steeds gal wordt aangevoerd naar de maag. Als er geen eten in de maag is gaat de gal de maagwand aantasten, er ontstaan dan maagzweren waar je paard veel last van kan hebben. Het is belangrijk om met deze punten rekening te houden bij het voeren van je paard.
Je kunt het hooi onbeperkt aanbieden om te voorzien in de natuurlijke behoeftes van je paard. Onbeperkt ruwvoer is erg goed voor de spijsvertering. Het is wel belangrijk dat je paard kleine hapjes neemt en ook af en toe een stukje moet lopen voor zijn eten. Alleen op die manier krijg je een hapje – stapje patroon. Het hooi kan aangeboden worden in slowfeeders, het liefst uit een slowfeeder bak zodat de paarden in een natuurlijke hoofd- halshouding van de grond kunnen eten. Soms worden er ijzeren rekken gebruikt, maar het beste is een net met mazen van ongeveer 3 à 4 cm breed. Het ijzer kan namelijk op den duur de tanden beschadigen. Hooi los aanbieden in bakken is ook mogelijk, kijk goed wat bij jouw paard past en wat voor jullie werkt.
Een mooie manier om het paard in beweging te houden is het maken van verschillende voerplaatsen. Op die manier loopt je paard heen en weer en eet hij af en toe op verschillende plekken wat hapjes hooi. Dit is erg mooi te realiseren in bijvoorbeeld een paddock paradise. Beweging is essentieel voor een gezonde spijsvertering.
Sommige paarden zullen (na minimaal een jaar wennen) toch wat te dik blijven van onbeperkt hooi, een goede oplossing is dan om uit te rekenen hoeveel hooi je paard per dag nodig heeft. Dit is ongeveer 1,5 kg hooi per 100 kg lichaamsgewicht per dag. Voor bijvoorbeeld een paard van 500 kg is dat dus 7,5 kg hooi per dag. Je kunt het hooi dan afwegen, en in verschillende voerbeurten verdeelt over de dag aanbieden waardoor je paard nooit langer dan 4 tot 6 uur zonder eten staat. Op de momenten dat je paard geen hooi tot zijn beschikking heeft is het verstandig om wel bijvoorbeeld wat takjes en bladeren aan te bieden, of wat stro in een hooinet. Op die manier heeft je paard toch beschikking tot onbeperkt ruwvoer, maar niet tot onbeperkt hooi. Onbeperkt hooi is ideaal, maar dit is een goede oplossing als het na een tijd wennen toch niet geschikt blijkt voor jouw paard.
Struiken, boomschors, takken en bladeren
Naast voldoende hooi horen takken, schors en bladeren ook bij het ruwvoer. Je kunt bijvoorbeeld regelmatig een hoopje wilgentakken geven aan je paard, het knabbelen hier aan is goed voor de tanden en de takken en bladeren van de wilg zijn gezond. Daarnaast zijn bijvoorbeeld takken van berk, linde, beuk, kastanje en walnoot geschikt.
Het mooiste is als je paard zelf kan kiezen van welke takken en bladeren hij af en toe een hapje neemt. Je kunt verschillende struiken en bomen aanplanten rondom of in je weide, die geschikt (niet giftig) zijn voor paarden. Meestal is het handig als de planten voor een deel achter een omheining staan, zodat ze niet helemaal kaal worden gegeten. Denk bijvoorbeeld aan bramen- of frambozenstruiken, haagbeuk, wilgenbomen, populier of berk.
Je paard zal je dankbaar zijn voor deze verrijking in zijn voedingspatroon!
Kruiden
Kruiden in de wei vormen een erg waardevolle aanvulling in de voeding van je paard. Niet alleen bevatten kruiden veel vitamines en mineralen, ook hebben ze een geneeskrachtige werking. Door je paard zelf zijn kruiden uit te laten kiezen in de wei, kan hij precies de kruiden eten die hij op dat moment nodig heeft. Daardoor zal je paard beter in balans en gezonder zijn.
Om te voorkomen dat alle kruiden in een keer opgegeten worden, kun je een kruidenstrook in de weide aanleggen waar je de paarden een uurtje per dag op laat. Op die manier wordt het niet kaal gegeten en kan je paard toch elke dag de kruiden uitkiezen die hij nodig heeft. Je zult zien dat hij kieskeurig is, sommige kruiden zal hij niet willen eten en andere juist heel graag. Van sommige zal hij één hapje nemen, en van andere kruiden meer. Het paard weet zelf precies wat hij nodig heeft, het is belangrijk om hem zelf te laten kiezen.
Heb je niet de mogelijkheid om een kruidenstrook aan te leggen, dan kun je ook denken aan kruidenbakken. Dit zijn bakken waarin kruiden gezet worden, met daar overheen op ongeveer 20 cm hoogte een rek met grote gaten. Op die manier kunnen de paarden alleen de topjes van de kruidenplanten opeten die door het rek heen groeien, en zal de plant niet dood gaan. De bakken kun je op verschillende plekken in de wei neerzetten.
Als laatste heb je de mogelijkheid om zelf kruiden aan je paard te voeren. Het nadeel hiervan is dat jij nu de kruiden kiest voor je paard. Daarom is het alsnog belangrijk om de kruiden in een hoekje van de voerbak te geven, of apart van zijn normale voer, zodat het paard zelf kan kiezen om de kruiden op te eten of niet. Als je paard een kruid niet wil eten heeft hij het niet nodig, laat hem altijd zelf die keuze maken. Geef een kruid nooit meer dan 3 weken achter elkaar dagelijks, varieer in wat je aanbied.
De basiskruiden die in je paardenwei zouden moeten staan zijn paardenbloem, smalle en grote weegbree, duizendblad, kamille en brandnetel. Ook goudsbloem, madeliefje, lavendel, pepermunt, tijm, longkruid, smeerwortel, kleefkruid, citroenmelisse, salie en vele anderen zijn geschikt. Pas op dat je geen giftige soorten zaait. Er zijn verschillende kruiden zadenmengsels voor paarden verkrijgbaar.
Mineralen en zout
Van nature likken paarden mineralen en zout op uit grond of steen. Om te voorzien in de mineralen- en zoutbehoefte van je paard kun je een zoutblok ophangen, je paard zal hier van opnemen zoveel als hij nodig heeft. Zolang er voldoende vers drinkwater onbeperkt beschikbaar is zullen er geen problemen ontstaan.
Aanvullend voer
Naast voldoende ruwvoer zoals hooi en takken, is het wenselijk om aanvullend voer te geven. In hooi zitten vaak niet alle vitamines en mineralen die je paard binnen hoort te krijgen, de waardes in hooi zijn bovendien sterk verschillend.
Biks is ongeschikt voor de spijsvertering van het paard. Het bevat veel suikers en snelle koolhydraten, waardoor de darmflora van het paard uit balans raakt. In de darmen leven goede en slechte bacteriën die samen de darmflora vormen, deze bacteriën moeten in de juiste verhouding aanwezig zijn voor een optimale werking van de spijsvertering. Door brok kunnen de slechte bacteriën de overhand krijgen en raakt de darmflora uit balans.
Er zijn een aantal vitamine- en mineralenkorrels (‘brokjes’), ook wel balancers genoemd, die de darmflora niet negatief (en vaak zelfs juist positief) beïnvloeden. Je hoeft hier maar weinig van te geven en je paard krijgt op die manier alle vitamines en mineralen binnen die hij nodig heeft.
Extra’s
Vaak worden er extra’s aan paarden gegeven zoals brood, appels en pepermuntjes. Brood is ongeschikt voor de spijsvertering van het paard en beïnvloed de darmflora negatief. Appels en pepermuntjes bevatten veel suikers, dit is ongeschikt voor een paard. Af en toe een appel of wortel geeft geen problemen, maar dit mag niet te vaak gegeven worden. Als beloning kun je bijvoorbeeld wat van de vitaminekorrels geven, of een takje van een kruid wat je paard lekker vindt.
Gras
Bij het stukje over hooi kwam het al naar voren dat de meest voorkomende grassoort in Nederland, Engels raaigras, eigenlijk ongeschikt is voor paarden. Het mooiste is een gevarieerd weiland waar verschillende grassoorten zoals timothee, roodzwenk, kropaar, beemdlang en rietzwenk groeien, met daarnaast verschillende soorten kruiden die geschikt zijn voor paarden. Lang, uitgebloeid gras is het meest geschikt voor paarden omdat dit de minste suiker bevat.
De suikers in het gras, fructaan, zijn vaak teveel voor de spijsvertering van het paard. Ze zijn niet gemaakt voor zulke rijke voeding en hierdoor ontstaan problemen zoals hoefbevangenheid en insulineresistentie. Door verschillende grassoorten en kruiden te zaaien, en te zorgen dat het gras lang en uitgebloeid is, bevat het al minder suikers dan een weiland met alleen kort Engels raaigras. Toch adviseer ik vaak om de grasinname van je paard te beperken, je kunt bijvoorbeeld werken met strookbegrazing of je paard een aantal uur per dag beschikking tot gras geven. Hoe lang jouw paard per dag kan grazen (naast het hierboven besproken dieet van schraal hooi, takken, bladeren, schors, kruiden en een aanvullende mineralen- en vitaminebalancer) verschilt per paard, dit varieert van de gehele dag tot één uurtje. Zoek uit wat het beste werkt voor jou en je paard.
Als je paard gevoelig is voor gras kun je het moment om je paard te laten grazen zorgvuldig uitkiezen, omdat het fructaangehalte in het gras verschilt per dagdeel en per type weer. Is de temperatuur onder of rond het vriespunt geweest, dan is het fructaangehalte hoog en grazen de hele dag af te raden. Bij warm zonnig weer is de beste tijd om te grazen ’s nachts en ’s ochtends. Bij warm bewolkt weer is de beste tijd om te grazen ’s middags en ’s avonds. Grazen is aan te raden wanneer het gras voldoende water en voedingsstoffen ter beschikking heeft, en wanneer het niet kort is afgemaaid of afgegraasd.
Water
Je paard moet altijd vers, schoon drinkwater tot zijn beschikking hebben.
Een geschikte en schone waterpoel waaruit je paard niet alleen kan drinken, maar waar hij ook in kan baden en rollen, is ook een erg mooie verrijking in de weide van je paard.
Passend voedingsadvies
Voor een voedingsadvies wat helemaal aangepast is op jouw individuele paard, kun je een afspraak maken voor een consult. Elk paard is uniek, met een passend voedingsadvies weet je zeker dat je goed voert.
Reactie plaatsen
Reacties