Er is winterse kou op komst! Temperaturen onder het vriespunt en sneeuw.. hoe kun je jouw dier hier het beste bij ondersteunen? In deze blog leg ik het je uit.
De hond
Je hond ligt natuurlijk lekker binnen bij de kachel, maar tijdens het uitlaten krijg je toch te maken met de kou. Hele kleine rassen, of rassen met een dunne vacht, kun je dan het beste een jasje aantrekken. Vaak zie je snel genoeg wanneer dit nodig is, als je hond trilt bijvoorbeeld. Dit geldt ook voor oudere of zieke honden, en jonge pups.
Koude sneeuw en strooizout kunnen zorgen voor geïrriteerde voetzooltjes. Smeer voor het uitlaten de pootjes in met Paw Balm of vaseline, op die manier kunnen de voetzooltjes niet gaan irriteren. Is er al irritatie aanwezig? Dan kun je dit het beste verzorgen met een basisolie gecombineerd met essentiële oliën. Voor een passend advies kun je gerust een berichtje sturen. Na het uitlaten altijd even de pootjes schoon vegen met bijvoorbeeld een handdoek, om te voorkomen dat er resten strooizout achter blijven.
Sommige honden hebben lange haren tussen de tenen waar klonten sneeuw aan blijven hangen. Je kunt de haren simpelweg kort knippen om dit te voorkomen.
Te veel sneeuw eten is niet gezond, pas daar mee op.
Het paard
Het paard heeft een thermoneutrale zone van ongeveer -5 tot +20˚C, dit wil zeggen dat een paard daarbij geen extra energie hoeft te verbruiken om zich op te warmen of af te koelen. De thermoneutrale zone kan wel wat verschillen per ras en per paard. Bij mensen ligt deze zone tussen de 25 en 30˚C. Als wij het koud hebben betekent dat dus niet direct dat ons paard het ook koud heeft.
Het belangrijkste voor je paard is voldoende ruwvoer. Onbeperkt hooi zorgt ervoor dat de spijsvertering op gang blijft waardoor je paard zich warm kan houden.
De keuze om binnen uit de wind te gaan staan moet er zijn voor je paard, een schuilstal is hier ideaal voor.
Heb je een oud of ziek paard, of zie je dat je paard trilt? Dan kan het nodig zijn om een deken op te leggen. Zorg er voor dat dit geen deken is zonder vulling. Een deken drukt namelijk de vacht plat, waardoor de natuurlijke werking verdwijnt. De haren van de vacht kunnen niet meer omhoog staan om warmte vast te houden. Door zo’n deken zal je paard het dus kouder krijgen dan zonder deken. In het geval dat er een deken nodig is, kies dan voor een dikkere warme deken.
De kat
Katten zoeken uit zichzelf een warme plaats op. Zorg wel dat ze altijd naar binnen kunnen, anders verstoppen ze zich in schuurtjes of onder auto´s.
Het konijn
Voor konijnen is het belangrijk om een droog hok te hebben waar ze uit de wind kunnen zitten. Een extra dikke laag stro kunnen ze wel gebruiken als het koud is. Zorg ook voor onbeperkt hooi. Konijnen zoeken zelf een warm plekje op als ze het koud krijgen, je hoeft ze dus niet op te sluiten in het hok. Ze mogen gerust nog in hun ren rondlopen als ze dat willen.
Naast een warm hok, is een soortgenootje ook belangrijk. Konijnen zijn echte groepsdieren die elkaar warm houden als het nodig is.
De tuitjes van drinkflesjes bevriezen erg snel, deze kun je dus het beste vervangen door een waterbakje. Geef een aantal keer per dag vers water om te voorkomen dat het bevriest. Komkommer bevat ook veel vocht, dit kun je wat vaker geven maar het is natuurlijk geen vervanging voor drinkwater.
Konijnen zijn enorm gevoelig voor temperatuurverschillen. Als het buiten vriest kun je een konijn niet opeens in huis halen. Het temperatuurverschil is dan zo groot dat het konijn het opeens veel te warm krijgt en zelfs kan overlijden. Mocht je een konijn wat binnen leeft naar buiten willen verplaatsen, of andersom, doe dat dan als de binnentemperatuur hetzelfde is als de buitentemperatuur.
Knaagdieren zoals de cavia
Voor knaagdieren die buiten leven geldt hetzelfde advies als voor konijnen.
Boerderijdieren en kippen
Voor boerderijdieren geldt ook: een goede schuilmogelijkheid, dikke laag stro, onbeperkt hooi en alleen als het nodig is een deken op (bijvoorbeeld bij geitjes). Kippen vinden een warmtelamp soms fijn, maar dit is niet per se noodzakelijk.
Algemene tips
Bij alle dieren geldt: zorg altijd dat er vers drinkwater beschikbaar is. Haal regelmatig het ijs uit waterbakken van dieren die buiten leven en bied vers water aan.
Je kunt je dier eventueel verwarmende kruiden geven, zoals rozemarijn (dit kruid niet bij drachtige dieren gebruiken). Als het koud is kun je beter geen kruiden voeren met een verkoelende werking, zoals munt. Naast vers aanbieden (bijvoorbeeld aan je paard of konijn), kun je ook thee zetten van het kruid. Dit kun je af laten koelen tot het lauw is en naast het gewone drinkwater aanbieden. Dit kan bijvoorbeeld voor je hond of kat, maar ook konijnen lusten dit graag.
Reactie plaatsen
Reacties